Uitgangspunten/kaders voor de begroting

2 Uitgangspunten/kaders voor de begroting

Autonome ontwikkelingen

Autonome ontwikkelingen zijn ontwikkelingen waar de gemeente (nagenoeg) geen invloed op heeft of op kan gaan hebben en waarvoor financiële dekking noodzakelijk is. Deze niet-beïnvloedbare ontwikkelingen gaan in eerste instantie ten laste van het begrotingsresultaat. Indien de verwerking van deze ontwikkelingen leidt tot een niet sluitend structureel meerjarig beeld bij de begroting, zullen inhoudelijke keuzes gemaakt moeten worden, zodanig dat er wederom een structureel evenwicht ontstaat.
Op een aantal onderwerpen blijft het onzeker hoe deze exact uit gaan pakken. Hieronder geven we aan, welke uitgangspunten we kiezen ten aanzien van deze ontwikkelingen, dan wel welke inschatting gemaakt is omtrent het effect van de desbetreffende ontwikkeling.

Gemeentefonds: accres 2022 en verder

Bij het opstellen van de Kadernota 2022 is nog onbekend op welk niveau de accressen voor 2022 en verder door het Rijk worden vastgezet bij de Meicirculaire 2021. Bij gebrek aan deze informatie houden we de laatst bekende informatie uit de Septembercirculaire 2020 aan. Zodra de effecten van de Meicirculaire bekend zijn en doorgerekend zijn, wordt u hierover geïnformeerd middels de gebruikelijke Raadsinformatiebrief.

Gemeentefonds: herijking

De invoering schuift op naar 1 januari 2023. In de Meicirculaire 2022 moeten de uiteindelijke effecten duidelijk zijn. De indicatieve herverdeeleffecten hebben vooralsnog aangegeven dat wij nadeelgemeente zijn als gevolg van de nieuwe verdeelmodellen. In deze kadernota is rekening gehouden met de laatste gepubliceerde verdeelmodellen. Dit betreft de verdeelmodellen welke ook aan de Raad voor het Openbaar Bestuur zijn aangereikt voor advies (februari 2021 ). Naar verwachting wordt er in juni een verbeterde en geactualiseerde versie van het verdeelmodel gepubliceerd.

Gemeentefonds: loon-, prijs- en volumeontwikkeling

De loon- en prijscompensatiepercentages zijn gebaseerd op de gegevens van het Centraal Planbureau. De middelen die wij ontvangen voor loon- en prijsstijgingen via de Meicirculaire 2021 kunnen naar verwachting budgetneutraal als dekking voor de indexeringen die verbonden partijen en subsidiepartners bij de gemeente in rekening brengen. Op dit moment gaan we er vooralsnog vanuit dat mogelijke cao-stijgingen hier ook uit gefinancierd kunnen worden. Mochten de rijksmiddelen niet voldoende zijn, zullen we in de Programmabegroting 2022 alsnog een aanvullende claim moeten leggen op het begrotingssaldo.

Gemeentefonds: opschalingskorting

Mogelijk wordt bij trage coalitievorming de bevriezing van de opschalingskorting verlengd. Op zijn vroegst wordt in het coalitieakkoord van een nieuw kabinet definitief duidelijk hoe de korting meebeweegt of wordt geschrapt.

Sociaal domein: jeugdzorg

Eventuele aanpassingen in het stelsel zullen op zijn vroegst vanaf 2023 stapsgewijs gaan leiden tot kostenreductie. De inzet van de VNG is een volledige oplossing van de problematiek (compensatie in combinatie met aanpassingen verdeelmodel).

Sociaal domein: abonnementstarief Wmo

Veel politieke partijen hebben in het verkiezingsprogramma aangegeven dat ze het abonnementstarief willen afschaffen. Conform het VNG-advies worden er geen extra inkomsten geraamd en worden de lasten als gevolg van volumegroei meegenomen als autonome ontwikkeling.

Sociaal domein: beschermd wonen

Dit onderdeel wordt gelijktijdig met de herijking van het verdeelmodel meegenomen. Ook hier houden de laatst bekende informatie aan.

Klimaatakkoord

Het Rijk heeft nog geen bedragen gereserveerd voor het Klimaatakkoord. Het VNG-advies is geen aanvullend structureel budget te ramen voor uitvoering dan de feitelijke bijdrage van het Rijk. Incidenteel budget ramen is dan de oplossing.

Doorontwikkeling programma Omgevingswet

De Omgevingswet wordt (naar verwachting) begin 2022 van kracht en heeft als één van de doelstellingen het creëren van een gezonde en veilige leefomgeving. De gemeente is en blijft daarbij een belangrijke adviseur en partner van diverse ketenpartners,
initiatiefnemers en burgers. Wij willen graag in een zo vroeg mogelijk stadium bij ontwikkelingen worden betrokken. De gemeente is bezig met het opstellen van een integrale omgevingsvisie en omgevingsplannen. De samenwerking bij het adviseren over en toezicht houden op een veilige en gezonde leefomgeving wordt ondersteund met nieuwe digitale systemen. De ketentest op het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), dat ondersteunt bij de informatie-uitwisseling tussen alle partijen, is volbracht.  

Wet kwaliteitsborging

In 2022 wordt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) van kracht. Deze wet zorgt voor een verschuiving van taken van de overheid naar private partijen bij de beoordeling van bouwaanvragen. Voor niet-complexe bouwwerken (lage risicoklasse) kan de bouwtechnische toets en het toezicht tijdens de bouw door private kwaliteitsborgers worden gedaan. Dit betekent dat een groot deel van de huidige legesopbrengsten aan omgevingsvergunningen komt te vervallen. Over de afgelopen drie jaren gaat het dan gemiddeld over 47% van de vergunningaanvragen.

Decentralisatie bodemtaken

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de gemeente bevoegd gezag voor nieuwe bodemtaken. Een deel van de huidige bodemtaken van de provincies (bodembeschermingstaken) komt naar de gemeenten. Maar onder de Omgevingswet komen er ook nieuwe taken bij (zoals bodembeleid). Hoe de verdeling van de taken tussen de provincie en gemeente er precies uit zal zien en welke specialistische bodemtaken de gemeente verplicht moet uitbesteden aan de OFGV is nog niet duidelijk. Ook is nog niet bekend hoeveel budget er in verband met deze taakoverdracht overgaat van de provincies naar de gemeenten. Tot slot is ook nog geen definitief besluit genomen over de invoeringsdatum van de Omgevingswet.

Gemeentelijke belastingen en tarieven

De loon- en prijscompensatie 2022 wordt bij het opstellen van de begroting 2022 geraamd conform de compensatie die bij de Meicirculaire 2021 hiervoor wordt toegekend. De percentages die bij de Meicirculaire worden gehanteerd vinden hun oorsprong in de cijfers van het Centraal Economisch Plan. Voor de belastingen en tarieven nemen we, zoals gebruikelijk, eveneens de cijfers van het Centraal Economisch Plan als basis voor de indexatie. Voor 2022 is dit een percentage van 1,8%. Dit betreft een 1,4% voor de verwachte prijsstijgingen in 2022 en 0,4% correctie voor de jaren 2020 en 2021. De tarieven zullen in 2022 ten opzichte van 2021 met dit percentage stijgen.

Indexatie belastingen en tarieven 2022

2020

2021

2022

Totaal

A

B

C

(1+A) x (1+B) x (1+C) - 1

Centraal Economisch Plan 2021 (CPB)*

3,0%

1,8%

1,4%

6,3%

Centraal Economisch Plan 2020 (CPB)*

2,2%

2,3%

4,6%

Correctie jaarschijven 2020 en 2021 / Tarief 2022

0,8%

-0,5%

tarief = 1,8%

* 50% Prijs bruto binnenlands product (%) en 50% overheidsconsumptie, beloning werknemers (%)

Onroerende zaakbelastingen (OZB)

Net als voorgaande jaren wordt de totale opbrengsten onroerende zaakbelasting (OZB) geïndexeerd met bovengenoemd percentage (1,8% = € 180.000). Tevens wordt er reeds (gedeeltelijk) rekening gehouden met extra inkomsten door areaaluitbreiding. Eventuele waardeontwikkeling van de WOZ-waarden wordt verrekend met de benodigde stijging van het OZB-tarief. Areaaluitbreiding wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Onderstaand zijn de nieuwe OZB-tarieven weergegeven bij gelijkblijvende WOZ-waarden.

Tarieven Onroerend zaakbelasting (OZB)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Gebruikersbelasting

0,1547%

0,1592%

0,1724%

0,1763%

0,1841%

0,1874%

Eigenarenbelasting:

- dient in hoofdzaak tot woning

0,1658%

0,1602%

0,1543%

0,1463%

0,1527%

0,1554%

- dient niet in hoofdzaak tot woning

0,2218%

0,2261%

0,2328%

0,2368%

0,2472%

0,2516%

Afvalstoffenheffing

In de begroting van het basispakket Q worden de kosten onder andere gedekt door de afvalstoffenheffing. Net als voorgaande jaren wordt bij de begroting uitgegaan van 100% kostendekkendheid. We houden in ieder geval rekening met 1,8% stijging voor loon- en prijscompensatie.

Tarief afvalstoffenheffing

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Afvalstoffenheffing

242,90

234,16

237,91

264,36

298,78

304,16

Rioolheffing

Voor de rioolheffing wordt vooralsnog uitgegaan van een indexatie van het tarief ter dekking van de stijgende kosten. Bij de begroting wordt ook de kostendekkendheid in ogenschouw genomen. Uitgangspunt daarbij is 100% kostendekkendheid.

Tarief rioolheffing

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Rioolheffing woningen

125,90

126,78

128,81

131,00

136,76

139,22

Grafrechten

De tarieven met betrekking tot grafrechten nemen eveneens toe met het eerder genoemde indexatiepercentage.

Tarieven begraafrechten

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Begraafrecht

826,00

831,00

844,00

858,00

896,00

912,00

Begraafplaatsrecht

1.361,00

1.371,00

1.393,00

1.417,00

1.479,00

1.506,00

Grafrecht 20 jaar

898,00

904,00

918,00

934,00

975,00

993,00

Aanleg grafkelder

995,00

1.002,00

1.018,00

1.035,00

1.081,00

1.100,00

(Water)toeristenbelasting

Het tarief voor toeristenbelasting bedraagt sinds 2012 € 0,95 per persoon per overnachting. Hiermee is het tarief van de gemeente Dronten landelijk gezien relatief laag in verhouding met andere gemeenten. In deze Kadernota is een taakstelling opgenomen om een hogere toeristenbelasting te genereren. Deze verhoging zou in kunnen gaan per2023. Het streven is de toeristenbelasting te verhogen naar een gemiddeld tarief van € 1,45 per persoon per overnachting. Hiermee is het tarief van de gemeente Dronten landelijk gezien nog steeds relatief laag.

Forensenbelasting

Forensenbelasting wordt geheven over de waarde van de recreatiewoning/stacaravan. Afhankelijk van de economische waarde van het object bedraagt de in 2022 te betalen belasting tussen € 146 en € 675.

Tarieven Forensenbelasting

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2022

Minimaal per object

132,00

133,00

135,00

137,00

143,00

143,00

146,00

Maximaal per object

610,00

614,00

624,00

635,00

663,00

663,00

675,00

Overige leges en tarieven

Voor de overige leges en tarieven geldt het uitgangspunt van 1,8%
loon- en prijscompensatie. Naar verwachting betekent dit dat we voor deze tarieven
onder wettelijk voorgeschreven tarieven zullen blijven.

Deze pagina is gebouwd op 05/21/2021 12:30:53 met de export van 05/21/2021 12:26:37