Pakket S: Fysieke leefomgeving/implementatie Omgevingswet

In de huidige praktijk betreft dit pakket het voldoen aan de Wet ruimtelijke ordening (actualisatie) bestemmingsplannen, structuurvisie, planschade). Daarnaast wordt ook budget besteed aan de inhuur voor advies op de omgevingsaspecten: archeologie en ecologie. Op deze wijze werken we aan de ruimtelijke kwaliteit van Dronten.
Over een jaar, zoals nu de planning is (1 januari 2022) treedt de Omgevingswet in werking. Deze wet vraagt van gemeenten om te zorgen voor een goede, veilige en gezonde fysieke leefomgeving. Het begrip “fysieke leefomgeving” dat in de Omgevingswet centraal staat, is veel breder dan het huidige begrip “goede ruimtelijke ordening”. Van de gemeente wordt verwacht dat zij beslissingen over de fysieke leefomgeving integraal afweegt. Participatie is daarbij zeer belangrijk. Dit vraagt van de gemeente een andere manier van werken.

Voor 1 januari 2024 moet een omgevingsvisie zijn vastgesteld. In Dronten zal de omgevingsvisie onderdeel zijn van de bredere ‘ integrale visie op de leefomgeving’ waar ook het sociaal domein in op gaat. Daarmee willen we integraal werken verder stimuleren. Anno 2021 zijn de voorbereidingen voor deze visie in gang gezet.
Verder moet vóór 1 januari 2030 het grondgebied van de gemeente voorzien zijn van één omgevingsplan. Hiervoor moet het tijdelijk omgevingsplan (het omgevingsplan van rechtswege dat bij inwerkingtreding Omgevingswet automatisch ontstaat) samen met de delen van de verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen worden in één omgevingsplan. Alle regelgeving met betrekking tot de fysieke leefomgeving moet opgenomen worden in één omgevingsplan.

De gemeente Dronten streeft een gezond en vitaal leef- en woonklimaat na.

• 1. Correcte en tijdige implementatie van de Omgevingswet conform de door de raad vastgestelde Leidende principes:
  • Draagkracht samenleving;
  • Ruimte geven;
  • Verantwoordelijkheid;
  • Vernieuwend;
  • Vertrouwen;
• 2. Implementatie van de Omgevingswet met conform de vier verbeterdoelen van de wetgever:

1. Inzichtelijk omgevingsrecht;
2. Leefomgeving centraal;
3. Ruimte voor lokaal maatwerk;
4. Snellere besluitvorming;

• 3. De Wro is het huidige integrale toetsingskader voor ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke ontwikkelingen; we oefenen nu al zoveel mogelijk met de uitgangspunten en manier van werken die de Omgevingswet van ons vraagt.

• De beleidsdoelen zijn nog in ontwikkeling.

In 2021 bereiden we ons verder voor op een soepele invoering van de Omgevingswet. Maar als de Omgevingswet op 1/1/2022 is ingevoerd, zijn we nog niet klaar. Voor diverse grootschalige trajecten is een overgangsperiode van toepassing. Zo moet het omgevingsplan uiterlijk 1/1/2030 klaar zijn. Ook de integrale visie op de leefomgeving (die in juridische zin als omgevingsvisie dient) heeft een langere doorlooptijd. Deze moet eind 2022 klaar zijn, conform de planning in de bestuurlijke startnotitie die de raad in januari 2021 vaststelde.
Ook het werken met de Omgevingswet en de cultuuromslag die dat vraagt, vergt na 2022 nog aandacht en daarmee tijd en geld.

In afwachting van de Omgevingswet en de integrale leefomgeving zal dit effect hebben op de structurele middelen.

Incidentele middelen

Op 14 mei 2019 besloot de raad om middelen beschikbaar te stellen voor de invoering van de Omgevingswet voor de periode 2019-2021. Daarnaast werd besloten om de kosten voor de periode 2022-2024 PM te begroten. Het idee hierachter was dat de wet op 1 januari 2021 zou zijn ingevoerd en we in 2021 dus meer inzicht zouden hebben in de werkelijke kosten en daardoor een betere inschatting zouden kunnen maken. Voor het ramen van de invoeringskosten is destijds gebruik gemaakt van het door de VNG ontwikkelde “financieel dialoogmodel”. In dit financieel dialoogmodel wordt een berekening gemaakt tot en met 2024. Deze berekeningsmethodiek is ons inziens nog steeds een goede leidraad bij het ramen van de kosten voor de komende jaren. Uit dit model blijkt dat de volgende jaren de volgende incidentele middelen moeten worden geraamd:
- 2022: € 295.000;
- 2023: € 155.000;
- 2024: € 35.000.
Veel gemeenten in Nederland hebben het geraamde invoeringsbudget inmiddels al overschreden. Daar is in Dronten geen sprake van. Wel is het nodig om deze incidentele middelen beschikbaar te stellen, omdat we anders niet kunnen garanderen dat we tijdig en op de gewenste manier kunnen voldoen aan de eisen die de Omgevingswet van de gemeente vraagt én de leidende principes die de raad heeft vastgesteld voor de bouw van het stelsel in Dronten.